400 g spruiten
500 g vastkokende aardappelen
1 sjalot
1 teentje knoflook
nootmuskaat
peper en zout
Net als witloofstronken hebben spruiten een extra bitter gedeelte. Snijd dit ‘kontje’ van elke spruit weg en verwijder (indien nodig) de buitenste blaadjes. Je kan tijdens het koken ook nog een lepel suiker toevoegen om de bittere smaak te temperen.
Maak de spruitjes schoon en blancheer ongeveer 5 minuten in lichtgezouten water. Laat ze hierna schrikken in ijswater. Lek uit.
Schil de aardappelen en snij ze in blokjes van 2 cm. Kook ze 15 minuten tot ze beetgaar zijn. Giet af en laat uitlekken.
Pel en hak de sjalot en de knoflook. Bak het spek uit in een pan zonder toegevoegde vetstof. Doe er de sjalot en knoflook bij en stoof ze glazig. Voeg de aardappelen en spruitjes toe en roerbak ze goudbruin. Kruid met peper, zout en nootmuskaat.