De croque monsieur is een tijdloze klassieker in de Belgische keuken. Heerlijk gegrilde kaas, een sneetje ham en twee knapperige stukken brood. Hemels! Maar zelfs bij een doodgewone boterham met gegrilde kaas kan er soms iets mislopen. Deze veelgemaakte fouten vermijd je best bij het bereiden van een croque monsieur.
Niet genoeg vet
Bij de croque monsieur geldt er één basisregel: hoe vettiger, hoe prettiger! Natuurlijk is het ook belangrijk dat je brood knapperig blijft, maar knapperig staat niet gelijk aan droog. Gebruik je te weinig boter of mayonaise? Dan zal je toast droger zijn dat de Sahara. En dat wensen we zelfs onze grootste vijand niet toe.
Te veel kaas
We horen je al zeggen: "Bestaat er wel zoiets als te weinig kaas?" Niet panikeren. Ja, er bestaat zoiets als te weinig kaas. Zeker wanneer we het hebben over gegrilde kaas. Twee plakken te veel en je croque monsieur verandert in kaas met boterham. Niet lekker en bovendien niet fijn om op te eten.
Dikke stukken kaas
Heb je een blok verse kaas gekocht? Heerlijk! Snijden maar. Pas wel op dat je de kaas in dunne sneetjes snijdt, anders zal hij niet volledig smelten en blijft er een ongesmolten verrassing voor je over. Next!
Te veel ingrediënten
Oké, we begrijpen het: het is momenteel hip om verschillende ingrediënten op je toast te smijten. Van brie tot augurken, tomaten of zalm. En daar is op het eerste zicht niets mis mee, maar dat is geen croque monsieur. Experimenteer erop los en omarm je innerlijke Sergio Herman als je voor jezelf aan het koken bent, maar beloof je gasten geen croque monsieur als je een toast met kip gaat serveren.