600 g zalmfilets
800 g loskokende aardappelen
1 bussel peterselie
5 eierdooiers
1 citroen
2 el bloem
2 dopjes witte wijn
250 g boter
scheutje melk
cayennepeper
nootmuskaat
peper en zout
Breng water in een pot en voeg er sap van citroen, bloem en een snuf zout aan toe. Zet het nog niet op het vuur. Was en schil de schorseneren. Leg ze in het water en laat garen. Giet af en spoel onder koud water. Schil ook de aardappelen en kook ze gaar.
Maak geklaarde boter voor de saus. Breng 200 g boter in een pot en laat smelten. Schep het stremsel voorzichtig weg met een lepel en houd op een zeer zacht vuur warm.
De hollandaise. Klop 3 dooiers met de witte wijn (gebruik een halve eierschaal als dopje). Zet de pan op het vuur en blijf heel goed kloppen tot het mengsel schuimt. Voeg daarna de geklaarde boter al kloppend toe tot je een glad mengsel bekomt. Breng op smaak met zout, cayennepeper, enkele druppels citroensap en peper.
Kruid de zalmfilets met peper en zout. Verhit boter in een pan en bak eerst op de velkant. Draai om als ze bijna gaar zijn.
Giet de aardappelen af en stamp tot puree met 2 dooiers, een klontje boter en een scheutje melk. Breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat. Versnipper de peterselie en meng onder de puree. Verwarm de schorseneren kort op het vuur in een klein beetje water met wat peper.
Schik de zalm, de puree en de schorseneren op een bord en werk af met de hollandaise.