In de ingrediëntenlijst van bijna ieder recept vind je boter terug. Het blijft echter vaak onduidelijk om welke soort het gaat. Maak je zomaar zelf een keuze? Of gelden er regels wat betreft gezouten en ongezouten boter? In dit artikel leer je de belangrijkste verschillen.
Een situatieschets: je spendeert een weekend achter de kookpotten en besluit een cake te bakken. Lekker, zou je denken. Tot de eerste hap een overheersende zoute smaak in je mond achterlaat. Dat is het resultaat van een dikke klont gezouten boter. Maar hoe los je dit probleem de volgende keer op? We scheppen duidelijkheid over het gebruik van gezouten en ongezouten boter.
Gezouten boter
De term verklapt meer dan je denkt: gezouten boter is van boter gemaakt en met zout afgewerkt. Logischerwijs smaakt het iets zouter. En als je dat graag hebt, kan je het spul aan tal van gerechten toevoegen. Denk maar aan gebraden kip, geroosterde groenten, pastasaus, kruidenboter of een vers broodje. Bij baksels zoals koekjes, taarten en pannenkoeken hoef je de hoeveelheid zout niet te vermeerderen. Dikwijls is het beslag reeds voorzien van een snufje.
Ongezouten boter
Is het veiliger om ongezouten boter te gebruiken? Vast wel. Zo houd je zelf de regie over hoeveel zout in een maaltijd terechtkomt. Door inderdaad handmatig (lees ook: met de toppen van je vingers) extra korrels te strooien. Want hoe je het ook draait of keer, niet alles vraagt erom. Het zou toch zonde zijn als je zelfgemaakte taart uitdraait op een mislukte quiche.
Nu je weet wanneer je gezouten en ongezouten boter mag gebruiken, is je gerecht nooit nog gedoemd om te mislukken. Als dat niet als muziek jouw oren klinkt? Voor ons alvast wel!
