Daar zijn twee mogelijke verklaringen voor. De eerste is dat de Duitse bakkers niet goed in staat waren om de luchtigheid van de croissant na te bootsen, omdat ze gewend waren om met zwaarder deeg te werken.
Een andere (en leukere) verklaring is, dat de bakkers uit patriottisme waarschijnlijk deden alsof ze het Franse bevel verkeerd begrepen hadden en bakten ze, als een gebaar van vreedzaam verzet, een croissant in Duitse stijl voor de vijandelijke soldaten.
Voor 6 stuks
Voor het deeg
300 g bloem
1 ei
35 g zachte boter
35 g witte suiker
een snufje zout
1/4 klein blokje verse gist
125 ml warme melk
Voor de vulling
35 g zachte boter
35 g witte suiker
1 kl kaneel
Meng de bloem, ei, boter, suiker en het zout in een grote kom. Los de gist op in warme melk, meng deze met de rest van de ingrediënten en kneed tot een gladde massa. Dek af en laat ongeveer een uur rijzen.
Verwarm de oven op 180 graden.
Rol vervolgens het deeg uit op en smeer de zacht geworden boter erop. Bestrooi met een koffielepel van een mix van suiker en kaneel.
Rol het deeg op en snijd het vervolgens in plakken met een hoek van 45° in de vorm van een trapezium.
Leg ze op een bakplaat en druk ze in het midden licht aan met de achterkant van een houten. Bak ze in de oven gedurende 20 minuten. Et voilà: Duitse croissants!