Dat proper aanbod verkopen vissers op een al even ‘propere’ manier. Of om het met een ander woord te stellen: een transparante manier. De werking van die verkoop is eveneens interessant voor de consument, omdat die zo op bepaalde factoren kan letten op basis waarvan hij sommige vis al dan niet aankoopt.
Zo is er bijvoorbeeld het initiatief ‘visserij verduurzaamt’. Op de visveiling laat een veilingklok tijdens de verkoop duidelijk zien hoe duurzaam de inspanningen van die visserij waren. Het is een soort label voor verantwoorde en duurzame visvangst. Die duurzaamheid heeft betrekking op ecologisch, sociaal en economisch vlak. De sector stimuleert zo een duurzame visvangst, want het spreekt voor zich: hoe duurzamer de vangst, hoe meer visverkoop.
Om een antwoord te formuleren op onze hoofdvragen: een stukje vis op jouw bord kan dus wel degelijk duurzaam zijn. Tenminste, als je jezelf als consument bewust bent van bepaalde elementen om je aankoopkeuzes te maken. Daarbij geldt heel simpel: lokaal is altijd goed. Je weet dat Belgische vissers zich aan bepaalde quota moeten houden én dat ze enkel vissen buiten de paaiperiode, wanneer het is toegestaan. Daardoor weet je dat die vissoorten overleven. Op onder andere die manieren zet de visindustrie zich actief in om te verduurzamen. Dan rest ons nog maar één vraag: welke Belgische seizoensvis staat vanavond bij jou op het menu?