3 el korianderzaad
3 el kardemompeulen
2 el komijnzaad
3 tl zwarte peper, gemalen
2 tl kaneelpoeder
1 tl kruidnagelpoeder
1 tl nootmuskaat
2 tl chilipoeder
1 tl gemberpoeder
Om alle smaken volledig tot hun recht te laten komen, moeten alle ingrediënten vers geroosterd en gemalen worden, in die volgorde. Rooster eerst alle zaden en hele specerijen een paar minuten. Leg de kardemompeulen even opzij. Voeg vervolgens de gemalen kruiden toe en laat ze nog een halve minuut bakken.
Let op: deze verbranden snel, dus roer regelmatig in de pan.
Haal de pan van het vuur en laat het mengsel even afkoelen. Pel de kardemompeulen en stamp ze fijn in de vijzel samen met de rest van het mengsel.
Voeg de garam masala kruiden als laatste toe aan je gerecht zodat de smaak optimaal blijft.
Za'atar - uitgesproken als zaahtar - is één van die internationale kruidenmixen die je niet meer kan missen eens je ze geproefd hebt. Bij veel foodies vind je za'atar standaard op het aanrecht, naast het peper- en zoutvat. Met een beetje zoet en een beetje zuur is deze smaakmaker de perfecte match voor elke hartige heerlijkheid. Je kan de specerijenmix over geroosterde groenten strooien, gebruiken in (salade)dressings, door de hummus lepelen of zelfs op zachtgekookte eitjes sprenkelen.
De naam lijkt misschien wat intimiderend, maar eigenlijk heb je niet veel nodig voor een za’atarmix. Je kan het zien als een soort wilde oregano. De basis bestaat sowieso uit sesamzaad, sumak (gedroogde zure besjes), gedroogde tijm en oregano en een snufje zeezout. Je kan het sesamzaad rauw gebruiken, maar voor een extra nootachtige smaak kan je het ook even langzaam roosteren in een pan.
Zoals bij veel internationale kruidenmixen zijn er evenveel varianten als personen die deze smaakbom gebruiken. Elk land geeft een eigen twist aan het recept. In Syrië wordt de za’atar wat kruidiger gemaakt met extra specerijen en in Libanon krijgt de pure variant met een uitgesproken sesam- en sumaksmaak dan weer de voorkeur.
2 el gedroogde tijm
2 el gedroogde oregano
1 el sesamzaad
1/2 el sumak
Snufje zout
Rooster de sesamzaadjes in een pan, zonder olie of vetstof, tot ze een lichtbruine kleur krijgen. Houd je pan goed in het oog, want de zaadjes branden snel aan.
Voeg alle ingrediënten samen in een vijzel en maal het tot een ruw poeder.
Je kan de za’atarmix maandenlang bewaren in een luchtdicht potje. Let wel op: hoe langer je het mengsel bewaart, hoe meer smaak het zal verliezen. Je gebruikt je za'atar dus het best vers of maximaal één maand na bereiding.
Groene currypasta is dé basis voor een klassieke Thaise groene curry vol smaak, maar laat je niet afschrikken om het ook in andere gerechten te gebruiken. Een klein lepeltje van de pasta voegt een krachtige portie pit en frisheid toe aan elk gerecht. Deze smaakmaker past perfect bij Aziatisch geïnspireerde kokossoepen, noedels, saladedressings en gerechten met vis- of schaaldieren. Thaise groene currypasta kan je tegenwoordig ook in de supermarkt of Aziatische speciaalzaken vinden, maar er zijn weinig dingen die een zelfgemaakte currypasta met verse ingrediënten overtreffen.
Een zelfgemaakte currypasta heeft niet alleen een rijkere smaak, je kan bovendien zelf bepalen hoe pittig je de mix wil maken. Door de gevarieerde waaier aan smaken, kan je gerust wat minder peper toevoegen zonder een greintje aroma te verliezen. De basis van Thaise currykruiden bestaat uit koriander, komijn, kurkuma en witte peper. Voeg daarbij verse groene pepers, knoflook, sjalotten, limoensap, trassie (garnalenpasta) en zonnebloemolie en meng het geheel tot een smeuïge pasta.
De ingrediëntenlijst is vrij lang, maar eens je alles verzameld hebt, kan je gewoon alle kruiden samenvoegen en mengen. Je gebruikt best een blender of handmixer om de currypasta te mixen. Hoe gladder de saus, hoe beter. De specerijen zijn echte smaakbommen op zichzelf: op een heel stuk limoengras of gember bijten, kan misschien iets te veel van het goede zijn. Je kan ze dus best verwerken in een van de vele internationale kruidenmixen, zoals deze hieronder.
2 el gemalen koriander
2 el gemalen komijn
2 groene pepers (zonder zaadlijsten)
3 teentjes knoflook
2 sjalotten
4 stengels citroengras
4 kaffir limoenblaadjes
Rasp van 1 limoen
1 bosje verse koriander
1 el trassie
Zwarte peper
Zout (optioneel)
Zonnebloemolie
Spoel de groene pepers, sjalotten en knoflook en snijd ze in grove stukken als je de keukenmixer gebruikt. Snijd het wit gedeelte van het citroengras in dunne ringetjes. Als je een vijzel wil gebruiken, snijd je alle verse ingrediënten best zo fijn mogelijk.
Voeg alle ingrediënten samen en voeg gaandeweg zonnebloemolie toe tot je een gladde, egale pasta krijgt. Voeg als laatste wat extra limoensap toe zodat de pasta zijn heldergroene kleur bewaart.
Je kan de currypasta tot 2 dagen in een luchtdicht potje in de koelkast bewaren of tot 1 maand in de vriezer. Als je het mengsel langer bewaart, zal het te veel aan smaak verliezen.