1 tl kaneel
1-2 laurierbladeren
200 g fijne suiker
240 ml sinaasappelsap
2 mespuntjes gemberpoeder
30 g boter
1 el bloem
300 ml van 1 blokje groentebouillon
100 ml room
1 mespunt nootmuskaat
300 g walnoten
4 teentjes knoflook
5-6 takjes verse peterselie
200 g Parmezaanse kaas
160 g paneermeel
4 grote eieren
800 g aardappelen
peper en zout
olijfolie
Voeg het sinaasappelsap, de suiker, 1 mespuntje gemberpoeder, ½ tl kaneel en de laurierblaadjes in een pan en breng aan de kook. Voeg er ondertussen de cranberry’s aan toe, verlaag het vuur en laat ze openbarsten. Laat 8 min pruttelen en roer regelmatig. Zet daarna het vuur uit.
Verhit een pan zonder vetstof en rooster de walnoten goudbruin. Haal ze van het vuur, laat afkoelen en hak daarna grof in een blender. Voeg de Parmezaanse kaas, de peterselie, het paneermeel en de knoflook toe. Kruid af met peper en out en mix door elkaar. Voeg er tenslotte de eieren aan toe en mix tot een plakkerig beslag. Maak je handen nat en maak balletjes tot je het beslag hebt opgebruikt. Verwarm wat olie in een pan en bak de balletjes mooi goudbruin.
Smelt 30 g boter in een sauspan en voeg er de nootmuskaat, ½ tl kaneel, 1 mespunt gemberpoeder en bloem toe. Roerbak 1 min, blus met de groentebouillon en laat 2 min inkoken. Kruid af met peper en zout en laat nog eens 2 min koken. Verlaag het vuur, leg er de balletjes in en houd warm.
Schil de aardappelen en snijd in gelijkvormige frieten. Verhit het frietvet tot 140°C en bak ze voor een eerste keer. Laat de frieten uitlekken en afkoelen op een vel keukenpapier. Verhit het frietvet nu tot 180°C en bak ze goudbruin en knapperig. Laat opnieuw uitlekken op keukenpapier.
Schik de balletjes met wat saus en de verse frieten op een bord. Werk af met cranberrysaus, smakelijk!