Er bestaan nog gerechten op de wereld waar je wel effectief je best voor moet doen om ze te kunnen (en mogen) opeten. Op Sardinië maken pelgrims twee keer per jaar een tocht van zo'n 33 kilometer om een erg zeldzame pasta te kunnen eten. Wat is er zo zeldzaam aan die pasta en kan je hem zelf namaken? We leggen je uit welke geheimen achter su filindeu schuilen.
Je gaat heel erg je best moeten doen om ooit een bordje van de meeste zeldzame pasta ter wereld te kunnen eten. Anders zou het de meest zeldzame niet zijn natuurlijk. De pasta met de naam su filindeu vind je enkel op Sardinië en je zal er een lange pelgrimstocht voor moeten afleggen.
Het feest van San Francesco
Waarom die pasta nu zo zeldzaam is? Wel, twee keer per jaar doen pelgrims op Sardinië midden in de nacht een tocht van 33 kilometer. Dat doen ze enkel ter ere van het feest van San Fransesco en dat is al 200 jaar zo. Ze wandelen dan solidair van de stad Nuoro naar het dorp Lula zonder slaap en onderdak. Soms zijn ze met honderden en andere keren met duizenden. Als ze eindelijk de ingang van het Santuario di San Fransesco bereiken, wacht een uiterst zeldzame beloning te wachten.
Dat is immers de reden waarom de pelgrims deze tocht naar het heiligdom maken, een hapje pasta. Heilige pasta zou je wel denken. Wel ja, er zijn slechts enkele vrouwen op aarde, die op Sardinië wonen, die de superspeciale su filindeu kunnen maken. Deze ondoorgrondelijk ingewikkelde pasta wordt letterlijk vertaald als 'draden van God'.
Dit bericht op Instagram bekijken
Kinderspel, of toch niet?
Omdat er slechts een klein aantal vrouwen op de hele wereld deze pasta kunnen maken, doen ze dat uiteraard niet aan de lopende band. Het lijkt door de zeldzaamheid een uiterst moeilijke klus te zijn, maar aan de ingrediënten zal dat niet liggen. Die zijn namelijk erg eenvoudig: griesmeel, water en zout, schapenvleesbouillon en een portie pecorino.
Het zit hem dus wel degelijk in de aartsmoeilijke bereiding. Onmogelijk zelfs, als je de ingenieurs van pastabedrijf Barilla en chef Jamie Oliver mag geloven. Het pastabedrijf kon nog geen machine ontwikkelen die de techniek kan reproduceren en Jamie Oliver gaf na twee uur knoeien met het hoopje noedels op.
https://www.youtube.com/watch?v=rHGZLjJ1CAk
Het deeg begrijpen
Volgens een van de drie pastameesters, Paola Abraini, is het allermoeilijkste onderdeel het deeg werkelijk begrijpen met je handen. Paola kneedt het mengsel eerst tot het aanvoelt als een soort van boetseerklei. Daarna bewerkt ze het verder tot ronde slierten. De textuur van de pasta is ook van groot belang; als het te droog is en niet elastisch genoeg dan moet je je vinger in een kommetje met zoutwater deppen om verder te kneden. De perfecte balans van ingrediënten is het grote geheim achter de pasta. Volgens Paola kan het wel jaren duren om dat te begrijpen.
Wanneer de textuur perfect is en Paola voelt dat de balans goed zit, begint een werkje van rekken en strekken. Ze rekt het deeg uit, plooit het dubbel, rekt het weer uit enzovoort. Wanneer er acht lagen op elkaar liggen en ze 256 slierten in haar handen heeft, is het werkje bijna klaar. De fijne draadjes worden in drie lagen over elkaar op een houten frame gelegd. Die drogen tenslotte in de zon, om daarna in schapenbouillon met pecorino gekookt en geserveerd te worden. Klinkt als een mooie beloning voor een flinke wandeltocht, denk je niet?