Als je je smaakpapillen wil laten wennen aan een zekere pittigheid, wees dan niet te hoogmoedig. Voeg niet meteen jalapeños toe, maar begin met mildere pepers. Probeer eerst eens een fijngehakte, zaadloze rode peper aan je maaltijd toe te voegen. Maar wees ook niet bang om af en toe eens een tikkeltje te pittig te gaan. Zonder je hele gerecht je overgieten met hete saus bouw je zo stilaan een tolerantie op. Achterblijven met een brandende mond is als het trainen van je spieren. No pain, no gain.
Blussen met water werkt misschien voor vuur, maar niet voor je brandende mond. Het water zal de capsaïcine, de stof in pepers die zorgt voor het brandende gevoel, overal verspreiden. En dat wil je natuurlijk vermijden. Ga voor een glas melk, want zuivelproducten temmen die pittige pijn. Daarom is het ook slim om zure room door een pittige saus te mengen om die draaglijker te maken. Overal ter wereld hebben ze wel hun eigen trucjes. In de Thaise keuken gebruiken ze vaak kokosmelk om hun pittig eten wat minder pikant te maken. In de Indiase of Mexicaanse keuken gebruiken ze dan weer koriander of limoen om een verkoelend effect te bieden.
Het is zeker niet levensnoodzakelijk om een tolerantie op te bouwen voor pikant eten. Niet elke maag kan immers pittig eten aan. Ervaar je elke keer pijn na het eten van een pittige maaltijd, dan is het gewoonweg niet voor je weggelegd. Laat het dan lekker aan je voorbijgaan en houd het mild. Je mond en je maag zullen je dankbaar zijn.