We hebben allemaal al gehoord van confituur, gelei en chutney. Ze zien er ongeveer hetzelfde uit, de smaak is gelijkaardig en ze zijn allemaal gemaakt op basis van vruchten. Maar wat zijn de verschillen? Of zijn er geen?
In de volksmond worden confituur, gelei en chutney wel eens door elkaar gebruikt. Ze lijken op elkaar en proeven bijna hetzelfde, dus je vraagt je waarschijnlijk af wat nu juist het verschil is tussen de vruchtenpasta’s. Eigenlijk is dit niet zo groot. Alles hangt af van de bereiding.
Confituur
Confituur wordt gemaakt door stukken fruit of groente te koken met suiker. Wat ze in België confituur noemen, heet in Nederland jam. Normaal gezien bevat confituur suiker, deze kan naar eigen smaak toegevoegd worden. Daarom is proeven belangrijk. Confituur kan ook suikervrij gemaakt worden door gebruik te maken van een suikervervanger.
Gelei
Gelei is het resultaat van vruchtensap dat ingekookt wordt met suiker. Vruchtensap kan je op verschillende manieren verkrijgen. De natuurlijkste smaak verkrijg je door vruchten door een sapcentrifuge te halen. Door het inkoken samen met de suiker verandert het sap in een heldere, transparante gelei. Wist je dat gelei ook van rozenbloemen gemaakt kan worden?
Chutney
Chutney wordt gemaakt op basis van vruchten aangevuld met specerijen. De smaakmaker komt oorspronkelijk uit de Indiase keuken. Alle ingrediënten worden fijngestampt tot een vruchtenpuree. Chutney is suikervrij en smaakt daarom ook iets pittiger dan confituur of gelei. Het voordeel van chutney is dat je ze in bokalen kunt bewaren en steriliseren. Zo heb je altijd een voorraad in huis.
LEES OOK: Hapklaar: hoe komt het dat er soms een veertje op je ei ligt?
