Filodeeg | 250 g |
Ongezouten boter, gesmolten | 200 g |
Walnoten, fijngehakt | 250 g |
Suiker | 50 g |
Kaneel (optioneel) | 1 tl |
Fijngehakte walnoten of pistachenoten |
Suiker | 200 g |
Water | 200 ml |
Honing | 2 el |
Citroensap | 1 el |
Sinaasappelbloesemwater (optioneel) | 1 tl |
Verwarm de oven voor op 180 °C. Vet een bakvorm van ongeveer 20x30 cm in met wat gesmolten boter. Meng de fijngehakte walnoten, suiker en kaneel in een kom.
Leg een vel filodeeg in de bakvorm en bestrijk het met gesmolten boter. Herhaal het proces totdat je ongeveer 6 tot 8 lagen hebt. Strooi een gelijkmatige laag van het notenmengsel over het filodeeg. Leg weer een laag filodeeg over het notenmengsel en bestrijk met boter. Herhaal het proces tot je weer 6 tot 8 lagen hebt.
Blijf de lagen afwisselen tot alle filodeeg en het notenmengsel op zijn. Eindig met een laag filodeeg en bestrijk de bovenkant royaal met gesmolten boter. Snijd de baklava in ruiten of vierkanten voordat je het in de oven zet.
Bak de baklava 45 tot 50 min in de voorverwarmde oven, of totdat de bovenkant goudbruin en knapperig is.
Terwijl de baklava bakt, maak je de siroop. Breng suiker, water, honing, citroensap en eventueel sinaasappelbloesemwater aan de kook in een pan. Laat 10 min zachtjes koken totdat het iets is ingedikt en laat daarna afkoelen.
Haal de baklava uit de oven en giet de afgekoelde siroop gelijkmatig over de hete baklava. Laat het volledig afkoelen zodat de siroop wordt opgenomen.
Snijd de afgekoelde baklava opnieuw langs de eerder gesneden lijnen. Garneer met fijngehakte walnoten of pistachenoten.