Bloem | 225 g |
Bakpoeder | 2 tl |
Gedroogd fruit | 375 g |
Koude thee | 250 ml |
Whisky | 50 ml |
Lichtbruine suiker | 125 g |
Ei | 1 |
Speculaaskruiden | 1/2 tl |
Voeg het gedroogde fruit toe in een mengkom. Giet de koude thee en de whisky er overheen. Roer even alles door elkaar en laat het gedroogde fruit vervolgens een nachtje weken.
Verwarm de oven voor op 170°C en vet een langwerpige cakevorm in. Bekleed hem ook met een laagje bakpapier zodat het brood er straks makkelijk uit kan. In een grote mengkom meng je de bloem, bakpoeder, suiker en koek- of speculaaskruiden. Maak een klein kuiltje in het midden en breek hier het ei in. Meng het ei doorheen de droge ingrediënten met een houten lepel. Voeg een beetje van het vloeistof waar je gedroogd fruit in zit te weken toe. Roer goed. Het deeg hoort een beetje nat en plakkerig te zijn en mag dus niet droog zijn. Uiteindelijk zeef je het gedroogd fruit uit de kom en voeg je ze toe aan het deeg. Roer zodat alles mooi door elkaar zit. Nu kan je de objecten zoals de ring, de cent, de erwt of het stokje toevoegen.
Lepel het deeg in de cakevorm. Plaats de cakevorm in het midden van de oven en bak voor ongeveer een uurtje. Haal uit de oven en laat afkoelen voordat je het brood eruit haalt. Wanneer het brood er netjes is uitgehaald, plaats je het op een koelrekje. De kunst van de barmbrack zit ‘m in het wachten. Wikkel het brood eerst in met vershoudfolie en daarna met een laagje alluminiumfolie. Laat het brood rusten voor een à twee dagen voordat je er van begint te eten voor het lekkerste resultaat.