Room | 100 ml |
Chocolade | 200 g |
Boter | 50 g |
Bloem | 125 g |
Cacaopoeder | 25 g |
Zout | 2,5 g |
Suiker | 85 g |
Ei | 1 |
Gesmolten boter | 25 g |
Champagne brut | 125 g |
Abrikozen | 150 g |
Sap van 1/2 citroen | |
Water | 50 ml |
1. Laat voor de ganache 100 ml room, 200 g chocolade en 50 g boter samen au bain-marie smelten tot een gladde massa en vries deze daarna in.
2. Meng voor het frituurdeeg bloem, cacaopoeder, zout, 25 g suiker en ei door elkaar. Voeg gesmolten boter toe. Voeg champagne toe en roer tot een homogene pasta. Laat afkoelen in de koelkast.
3. Voeg voor de abrikozencoulis 150 g abrikozen, 60 g suiker, 50 ml water en sap van 1/2 citroen samen en stoof ze zacht aan onder constant roeren. Doe door een fijne zeef of in de blender.
4. Haal de ganache uit de diepvries en laat ongeveer 2 uur op behandelbare temperatuur komen. Draai van de ganache balletjes van 2 centimeter en vries ze weer in.
5. Verwarm frituurolie op 180 °C.
6. Haal de balletjes ganache met een vork door het frituurdeeg zodat ze volledig met deeg omwikkeld zijn en dompel ze gedurende circa 2 min in de olie. Laat ze daarna rusten op keukenrol.
7. Deze oliebollen kunnen vooraf gebakken worden om nadien circa 5 minuten in een oven op 170 °C krokant op te warmen.
8. Serveer met abrikozencoulis.