Boter | 75 g |
Knoflook | 1/2 teentje |
Ui | 1/2 |
Gepelde garnalen | 150 g |
Tomatenpuree | 1 el |
Ketchup | 1 tl |
Laurier | 1 blad |
Bloem | 2 el |
Whisky | 2 el |
Room | 200 ml |
Visbouillon | 1/2 blokje |
Eidooier | 1 |
Toastbrood | |
Citroen | |
Peterselie | |
Peper en zout |
1. Neem 50 g van de garnalen en hak die erg fijn. Snijd de look en de ui ook erg fijn. Je kan ook alles in een keukenrobot fijnmalen. Smelt de boter en voeg het mengsel van garnalen, look en ui toe. Laat 1 min bakken. Voeg de tomatenpuree, ketchup en laurier toe. Laat 10 sec meebakken. Voeg de bloem toe en roer goed.
2. Blus na ongeveer 1 min met de whisky en de room en roer zodat je geen klonters hebt in de saus. Verkruimel het bouillonblokje. Kruid met peper en zout. Wanneer de saus dik genoeg is, voeg dan de eierdooier toe en haal van het vuur. Voeg de rest van de garnalen toe (100 g). Laat afkoelen. Neem het brood en snijd er rechthoeken uit. Smeer er een laagje van het garnalenmengsel op en bak krokant langs beide kanten (in een klont boter) in de pan of in de oven (10 min op 200°C). Serveer met een schijfje citroen en peterselie.