Hazenpaté

Niets zegt dat je je uitgesloofd hebt in de keuken als zelfgemaakte paté bij het voorgerecht serveren. Maak tijdens het wildseizoen deze hazenpaté en serveer het met wat uienconfituur of veenbessen. 

Ingrediënten

Voor 4 personen

Hazenpaté

Keelspek750 g
Boter of smout
Vanillesuiker5 g
Gemalen peper8 g
Colorozozout30 g
Luikse stroop100 g
Madeira75 ml
Eieren2,5
Ui1
Crépinette of varkensnet1
Hazenvlees1 kg
Lever500 g
Jeneverbes3 g
Kruidnagels3 g
Laurier1 blaadje
Tijm2 takjes
Wortel1/2
Selder1/2
Prei1/2
Fles rode wijn1/2

Hazenpaté

Bereiding

Meng de rode wijn met de fijngesneden wortel, prei en selder. Doe het hazenvlees erbij en bestrooi met tijm, laurier, kruidnagel en gekneusde jeneverbessen. Laat dit 2 dagen marineren in de koelkast. Laat het hazenvlees uitlekken en reduceer de marinade tot in de helft in een pot op middelhoog vuur. Zeef de marinade. Bak het hazenvlees mooi aan in boter.  

Kuis de lever en haal de galkanalen eruit, of vraag dit aan je slager. Kuis de kelen, snijd de klieren en onzuiverheden weg en snijd in kleine blokjes. Snipper de ui fijn en kleur goudbruin aan in een pan met boter. Kook de kelen op 10 min gaar en maal samen met de lever 2 keer door een 5mm plaat in de vleesmolen. haal de ui en het hazenvlees een keer door de molen. Doe alles samen in een grote mengkom. Meng er het colorozozout, de marinade, de eitjes, madeira, peper, vanillesuiker en Luikse stroop onder.  

Neem een passende terrine en wrijf hem in met boter of smout. Vul de terrine met paté en sla de lucht eruit. Bedek de paté met het varkensnet en duw de kanten ervan mooi naar binnen in de pot. Bak de paté eerst in de oven op 95 °C tot een kerntemperatuur van 45 °C en daarna op 110 °C tot een kerntemperatuur van 70 °C. Koel af en bedek de paté eventueel met gelatine en garnering naar keuze.