Bladerdeeg | 1 vel |
Appels | 8 |
Kristalsuiker | 150 g |
Boter | 60 g |
Water | 2 scheutjes |
Bloemsuiker | snufje |
Vanille-ijs |
Verwarm alvast de oven voor op 180 °C. Schil de appels, verwijder het klokhuis met een appelboor en snijd ze in twee.
Kies voor een diepe hapjespan die zowel op het vuur, als in de oven gebruikt mag worden. Strooi de suiker in een hapjespan, voeg er een scheutje water aan toe en meng dit met een garde op een hoog vuur. Laat smelten tot een goudgele karamel. Smelt de helft van de boter in een kookpot op een zacht vuurtje.
Voeg opnieuw een scheutje water toe aan de hete karamel. Haal de hapjespan van het vuur, voeg de andere helft van de boter toe en blijf roeren tot een gebonden karamel.
Schik de appels in de hapjespan met de bolle zijde naar onder. Overgiet met de gesmolten boter en rol het bladerdeeg uit over de appels. Prik wat gaatjes in het deeg en plooi de randjes naar binnen vooraleer de taart de oven in gaat.
Bak de tarte tatin zo’n 30 min op 180 °C. Haal de taart uit de oven en laat eventjes afkoelen. Plaats dan een groot bord over de hapjespan. Duw het tegen de pan aan en draai de pan om zodat de tarte tatin netjes op het bord valt.
Snijd de tarte tatin in stukken, bestrooi met wat bloemsuiker en serveer met een bolletje vanille-ijs.
Het is zeer belangrijk dat je voor de tarte tatin een pan uitkiest die diep genoeg is, op het vuur kan én die in de oven mag.
Kies voor appels die hun stevigheid behouden bij verhitting in de oven, bijvoorbeeld Jonagold.