Bosuien | 4 |
Knoflook | 2 teentje |
Neutrale olie + extra | 100 ml |
Kristalsuiker | 1,5 el |
Maïzena | |
Lichte sojasaus | 2 el |
Rijstazijn | 1,5 el |
Water | 2 el |
Gochugaru (Koreaanse chilipoeder) | 2 el |
Stevige tofu | 250 g |
Gember | 3 cm |
Rode peper | 1 |
Snijd de bosuien in stukken van 5 cm en snijd die in dunne reepjes of ringen. Pel en snijd de knoflook in zo dun mogelijke plakjes.
Verhit de olie in een wok of koekenpan op een halfhoog vuur en bak de bosui en knoflook 8-10 min goudbruin en knapperig. Meng intussen de kristalsuiker met 1 tl maïzena, de sojasaus, rijstazijn en het water tot een sausje. Snijd de tofu in blokjes en frituur ze in neutrale olie op 200 °C gedurende 10 min in een wokpan of (frituur)pan. Let erop dat de tofu de bodem niet aanraakt. Laat de gefrituurde tofu uitlekken op een bakrooster of keukenpapier.
Doe de gochugaru in een hittebestendige kom en zet daar een fijne zeef op. Giet de bosui en knoflook af boven de kom met gochugaru zodat deze gaat sissen. Roer de olie onder de gochugaru zodat alles goed gemengd is en zet opzij. Laat de bosui en knoflook iets uitlekken op een met keukenpapier bekleed bord.
Leg de blokjes tofu in een diep bord, giet er het sojasausje over en werk af met de gefrituurde bosui en knoflook.