1. Verwijder het taaie gedeelte van de witloofstronkjes, maar zorg dat er geen blaadjes loskomen. 

2. Smelt een klontje boter in een kookpot en bak het witloof even. Kruid af met zout, peper en nootmuskaat. Schenk er vervolgens water bij tot het witloof half onder staat. Stoof de stronkjes beetgaar. Prik af en toe om de garing te controleren. 

3. Haal de stronkjes uit de pan en bewaar het kookvocht apart. Rol de stronkjes één voor één in een snee gekookte ham en schik de rolletjes in een grote ovenschaal. 

4. Verwarm de oven voor op 180 graden en maak een kaassaus. Begin met een klassieke roux door boter te laten smelten en bloem toe te voegen. Zodra je een biscuitgeur ruikt, schenk je het kookvocht van het witloof en de melk in de pot terwijl je blijft roeren. Na voldoende lang roeren bekom je een gladde bechamelsaus. Laat de saus kort koken en voeg wat extra melk toe als ze te dik is. 

5. Neem de pot weg van het vuur en voeg de gemalen kaas toe. Hou een deel van de kaas opzij voor de afwerking. Kruid de saus naar smaak met peper, zout en muskaatnoot. 

6. Giet de kaassaus over de witloofrolletjes. Strooi de rest van de gemalen kaas gelijkmatig over de ovenschotel. Zet de ovenschotel ongeveer 15 minuten in de voorverwarmde oven tot er een goudgeel korstje verschijnt en de saus begint te bubbelen langs de randen.