1. Schil en halveer de kweeperen. Verwijder de klokhuizen.

2. Pocheer de kweeperen: doe de kweeperen en het water in een middelgrote pan. Roer de suiker, honing en het citroensap erdoor en breng het mengsel zachtjes aan de kook. Laat het 60-90 min sudderen, tot de kweeperen en siroop roze zijn. Laat het afkoelen. Doe de kweeperen en siroop in een grote gesteriliseerde pot.

3. Maak de arrope: breng het druivensap aan de kook en kook het in tot ongeveer 20 procent, zodat je ongeveer 2,5 dl dikke, kleverige siroop hebt. Pas op dat het aan het eind niet heter wordt dan 110°C, anders krijg je toffee. Laat de siroop afkoelen.

4. Verwarm de oven voor op 180°C (hetelucht 160°C) en laat de boter op kamertemperatuur komen. Vet zes kleine puddingvormpjes in met boter.

5. Klop de suiker en boter enigszins romig. Voeg het ei toe en klop tot het mengsel bleek en luchtig is. Klop daarna de arrope en pompoen erdoor. Meng het zelfrijzend bakmeel, de koekkruiden, een snufje zout en de baking soda in een andere kom en spatel ze samen met de melk geleidelijk door het natte mengsel, klop het beslag niet te veel.

6. Schep het beslag in de vormpjes, tot 1 cm onder de rand. Zet de vormpjes op enige afstand van elkaar op een bakplaat en leg de vijgen en druiven eromheen. Bak ze 15-20 min in de oven, tot de puddinkjes gerezen en stevig zijn en de vruchten borrelen. Laat alles een paar minuten afkoelen. Steek balletjes uit de kweepeer, leg ze samen met de warme puddinkjes, vijgen en druiven op borden en sprenkel er arrope over.