Bloem | 300 g |
Eieren | 3 |
Burrata | 250 g |
Verse basilicum | |
Citroenrasp | |
Peper & zout | |
Groentebouillon | 1 tl |
Tijm | 2 takjes |
Peterselie | 2 takjes |
Laurierblad | 1 |
Knoflook | 1 teentje |
Kerstomaatjes | 100 g |
Olijfolie | 4 el |
Radijsscheuten | een handvol |
Waterkers | een handvol |
Versgemalen zwarte peper | |
Gedroogde oregano |
Maak een hoopje van de bloem op een schoon werkblad en maak een kuiltje in het midden. Breek de eieren in het kuiltje en voeg wat zout toe. Meng met een vork en werk geleidelijk de bloem erdoor. Kneed het deeg ongeveer 8 tot 10 min. Verpak het in plasticfolie en laat het 30 min rusten in de koelkast.
Hak de basilicum fijn. Laat de burrata uitlekken en scheur deze in kleine stukjes. Meng de burrata met de fijngehakte basilicum en citroenzeste in een kom. Breng op smaak met peper en zout en roer tot een egaal mengsel. Dek af en zet de vulling in de koelkast om op te stijven. Rol het deeg uit tot een dunne lap met een pastamachine of deegroller. Plaats kleine hoopjes vulling op de helft van het deeg. Vouw de andere helft van het deeg eroverheen en druk de randen rond de vulling aan. Gebruik een raviolisnijder om de ravioli te vormen.
Hak de knoflook fijn. Breng de groentebouillon aan de kook in een ruime pan. Voeg de tijm, peterselie, laurier en fijngehakte knoflook toe. Laat de bouillon ongeveer 15 min inkoken. Zeef de bouillon en houd warm. Halveer de kerstomaatjes. Meng ze in een kom met twee eetlepels olijfolie, gedroogde oregano en een snufje zout.
Breng een grote pan gezouten water aan de kook. Kook de ravioli in porties gedurende 2 min. Haal ze voorzichtig uit het water met een schuimspaan.
Schep een dun laagje warme kruidenbouillon in diepe borden. Leg de ravioli voorzichtig in de bouillon. Schik de gemarineerde kerstomaatjes rondom de ravioli en werk af met twee eetlepels olijfolie, radijsscheuten, waterkers en versgemalen zwarte peper.