Koolrabi | 1 |
Krulsla | 1 |
Prinsessenbonen | 400 g |
Eieren | 4 |
Knoflook | 2 teentjes |
Sneetjes toastbrood | 8 |
Boter | klontje |
Zout en zwarte peper | |
Griekse yoghurt | 250 g |
Olijfolie | |
Kappertjes | 2 el |
Rivierkreeftstaartjes | 200 g |
Breng een ruime pot lichtgezouten water aan de kook voor de boontjes. Schil intussen de koolrabi en snijd in blokjes van 1 cm. Trek de sla in grove stukken. Kook de boontjes in 4 min beetgaar. Giet af en spoel onder koud water. Breng opnieuw water aan de kook in de pot van de boontjes. Kook de eieren in zo’n 6 min half hard. Laat schrikken onder koud water en pel ze. Meng de boontjes, de koolrabi en de sla in een kom. Pers de knoflook. Snijd het toastbrood in gelijke blokjes van 1 à 2 cm. Smelt een flinke klont boter in een pan en bak de croutons samen met de knoflook tot ze mooi goudbruin zijn. Kruid met zout en zwarte peper en laat uitlekken op een vel keukenpapier.
Meng voor de kappertjesdressing de yoghurt, een scheutje water, een scheutje olijfolie en de kappertjes (uitgelekt) in een kommetje. Kruid met zout en zwarte peper. Serveer de groenten met het gekookte eitje en de rivierkreeftstaartjes. Werk af met de croutons en de kappertjesdressing. Smakelijk!
Zet het vuur niet te hoog, anders kan de knoflook verbranden. Het brood slorpt veel vetstof op. Voeg indien nodig een extra klontje toe.