Sobanoedels | 250 g |
Scampi | 300 g |
Broccoli | 1 |
Rode paprika | 1 |
Lente-uitjes | 2 |
Knoflook | 2 teentjes |
Gember | 1 |
Sojasaus | 2 el |
Sesamolie | 1 el |
Zwarte sesamzaadjes | 1 el |
Oestersaus | 1 el |
Honing | 1 el |
Snijd de broccoli in kleine roosjes. Snijd de rode paprika in dunne reepjes. Hak de knoflook fijn en rasp de gember. Snijd de lente-uitjes in dunne ringetjes en zet deze apart voor de garnering. Kook de sobanoedels volgens de aanwijzingen op de verpakking. Spoel ze af met koud water en laat uitlekken. Breng een pan met water aan de kook en blancheer de broccoliroosjes gedurende 2 min. Giet af en spoel af met koud water. Laat uitlekken. Maak de scampi schoon en verwijder indien nodig het darmkanaal. Verhit een eetlepel sesamolie in een wok of grote koekenpan op middelhoog vuur. Bak de scampi 2 tot 3 min. per kant. Haal ze uit de pan en zet apart. Roerbak de knoflook en gember kort in dezelfde pan. Voeg de reepjes rode paprika toe en bak 2 min. Voeg de geblancheerde broccoli toe en roerbak nog 3 min. Meng in een kommetje de sojasaus, oestersaus en honing tot een gladde saus. Voeg de saus toe aan de wok en roer goed door. Doe vervolgens de gekookte sobanoedels en gebakken scampi terug in de wok en meng alles goed door elkaar. Verdeel het gerecht over diepe borden. Garneer met lente-uitjes en bestrooi met een eetlepel zwarte sesamzaadjes per bord.