Laat de maïsbladeren zacht worden in water en giet ze af om het overtollige water te verwijderen. 

Meng de reuzel met het bakpoeder in een kom en klop met een houten lepel het mengsel zo snel mogelijk. De reuzel moet zacht worden en er sponzig uitzien. Maak je geen zorgen als het lang duurt: het kan tot wel 15 min duren voordat de goede consistentie is bereikt, vooral als dit de eerste keer is dat je tamales maakt. Voeg zodra de reuzel er goed uitziet, de masa bloem, het zout en de warme kippenbouillon toe. Mix tot alles goed gemengd is. Laat een balletje deeg in een glas koud water vallen om te testen of het deeg goed is. Als het deeg naar boven komt drijven, is het klaar voor verdere bereiding. 

Verdeel 80 g deeg over het midden van een vochtig maisblad, laat rondom een rand van 4 cm vrij. Schep 50 g kip en 50 ml salsa verde op het deeg en bedek de vulling met 20 g deeg. Leg een ander maisblad op de vulling. Verpak de tamale door de zijkanten van de maisbladeren over de vulling te vouwen. Vouw de boven- en onderkant van de maisbladeren naar het midden om de tamale dicht te maken. Bind de uiteinden dicht met keukentouw. Leg de tamale aan de kant. Herhaal de voorgaande stappen met de overgebleven bladeren en ingrediënten om in totaal 10 tamales te maken. 

Zet de tamales rechtop in een grote stoommand, maar stapel ze niet op elkaar. Doe zoveel tamales in de pan als erin passen. Let op dat je ze niet te dicht tegen elkaar legt, omdat ze dan kunnen openbarsten en je dan achterblijft met lege tamales. Hang de stoommand boven een pan gevuld met water dat net tegen de kook aan is en stoom de tamales 45 min. 

De beste manier om te controleren of je tamales gaar zijn, is door er 1 uit de stoommand te halen. Laat hem 5 min afkoelen en pak hem uit de maisbladeren. Als de masa niet aan de bladeren kleeft en het er glanzend en luchtig uitziet, dan zijn je tamales klaar. 

Laat de tamales 15 tot 20 min afkoelen in de stoommand, leg ze op borden en serveer ze.