Peterseliestengels | 4 |
Rode basilicum | enkele blaadjes |
Goudbrasemfilet | 1 |
Zeetongfilet | 1 |
Pladijsfilets | 1 |
Vongole, gespoeld en schoongemaakt | 330 g |
Mosselen, schoongemaakt | 800 g |
Witte wijn | 1,4 l |
Pastis | 1 dl |
Peper en zout | |
Tomatenpuree | 140 g |
Visgraten van vissen, goed gespoeld | 3 |
Laurier | 2 blaadjes |
Tijm | 4 takjes |
Knoflook | 2 teentje |
Ui | 1 |
Prei | 1 stengel |
Selderij | 3 stengel |
Venkel | 1 |
Wortels | 3 |
Olijfolie | 4 el |
Voor de visfumet:
Maak de wortels, venkel, selderij en preistengel schoon en hak alle groenten grof. Pel de ui en snijd ook deze in grove stukken. Pel de knoflook en pers de teentjes uit.
Sauteer de visgraten in de olijfolie in een grote kookpot en voeg de grof gesneden groenten toe. Voeg de knoflook, tijm, laurier, peterseliestengels en tomatenpuree toe. Kruid met peper en zout. Blus met de pastis, de witte wijn en het water. Laat 25 min doorkoken. Giet de fumet af door een zeefdoek.
Voor de soep:
Snijd de pladijsfilet, zeetongfilet en goudbrasemfilet in stukken.
Zet de fumet op een zacht vuurtje en voeg de schaaldieren en de vis toe. Pocheer tot alles gaar is. Garneer de soep met basilicumblaadjes