Doe de tarwebloem, droge gist, basterdsuiker, kaneel, zout en geraspte sinaasappelzeste in een kom en roer. Voeg dan 1,5 dl lauwe volle melk, 50 ml water, 50 g boter en 1 ei toe. Roer met een spatel en kneed vervolgens het deeg 10 min tot het soepel is.
Voeg de rozijnen toe. Kneed tot alle rozijnen goed verspreid zijn over het deeg. Het deeg moet terugveren wanneer je je vinger erop drukt. Zo weet je dat het klaar is.
Plaats het deeg in een met zonnebloemolie ingevette kom, dek deze af met een handdoek en laat ongeveer 60 min rijzen.
Strooi wat bloem op je werkblad dan plakt het deeg minder. Haal het deeg uit de kom en druk de lucht eruit. Verdeel in 12 gelijke bolletjes. Leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Zorg dat er een paar centimeter ruimte is tussen ieder bolletje.
Dek de plaat af met een handdoek en laat het deeg voor een tweede keer rijzen. Dit gedurende 60 min tot het volume van de bolletjes verdubbeld is.
Verwarm de oven voor op 200 °C.
Snijd, na het rijzen, een kruisje in ieder broodje en smeer vervolgens de broodjes in met een losgeklopte eidooier. Bak de hot cross buns 10 min op 200 °C.
Meng de maïzena, kristalsuiker, 2 eieren en een snufje zout in een kom. Smelt de witte chocolade met de 4 dl mel in een pan op het vuur. Roer goed.
Als de melk begint te pruttelen, giet je ongeveer de helft van de warme melk bij het eimengsel. Roer goed. Giet vervolgens alles terug in de pan bij de resterende melk en zet het op een laag vuurtje. Blijf goed roeren tot het mengsel dik wordt. Voeg daarna 30 g boter toe en roer goed.
Giet alles in een spuitzak en leg die even opzij in de koelkast.
Na 10 min haal je de buns uit de oven en spuit je het chocolademengsel in de gleufjes van de bun. Steek ze daarna nog 2-5 min in de oven.