In deze rubriek nemen we onze oer-Vlaamse klassiekers onder de loep. De ultieme klassieker is misschien wel stoofvlees met frietjes, een icoon uit de Belgische gastronomie. Met dit gemakkelijke recept op zak zal je portie carbonade nooit nog hetzelfde zijn.
Ingrediënten
4 personen
1 kg stoofvlees
2 ajuinen
100 g bloem
1 bruin bier (Kasteelbier, Sint-Bernardus abt. 12)
2 sneetjes brood
2 eetlepels mosterd
600 ml wildfond
laurier
tijm
1 kg aardappelen
boter
peper
zout
mayonaise
Bereiding
Snijd je vlees in stukken en kies voor je eigen gewenste grootte. Koop op voorhand best een mooi, nog heel stuk, zo kan je zelf de omvang van je stoofvlees bepalen. Kruid het vlees met peper en zout, haal het door de bloem en zorg dat de overtollige laag is verwijderd. Een kleine beschermlaag is meer dan voldoende.
Smelt een klontje boter in de stoofpot, en schroei de stukken vlees tot ze goudbruin zijn. Gebruik dezelfde pan om je ajuinen te stoven. Zorg ook hier voor een goudbruine kleur. Voeg het vlees, de ajuin en de jus samen. Strooi nog wat bloem op het vlees. Dit doet dienst als bindmiddel. Voeg het bruine bier en de wildfond toe en laat alles goed indikken.
Voeg nu enkele blaadjes laurier en wat takjes tijm toe. Snijd de korsten van het brood en bestrijk royaal met mosterd. Leg ze omgekeerd op het stoofvlees. Zet het vuur op een laag pitje en doe het deksel op de pot. Laat alles maar liefst 2 uur sudderen.
Schil je aardappelen en snijd ze tot mooie, stevige frieten. Was de frieten niet, want het zetmeel zorgt ervoor dat ze niet gaat klitten. Verhit je frietvet op 140 graden en bak de aardappelen een eerste keer. Laat ze koud worden op keukenpapier en bak ze hierna goudkleurig op 180 graden. Serveer het geheel met mayonaise. Smakelijk!