Quinoa wordt steeds vaker gebruikt in recepten, en dan vooral in gezonde gerechten. Maar waar komt quinoa eigenlijk vandaan?
Om te beginnen is quinoa geen graan, maar een zaad. Het wordt wel op dezelfde manier geteeld als graan. Quinoa groeit aan enorm kleurrijke planten. Die groeien op het begin nogal langzaam, maar behalen in nog geen vijf maanden hoogtes tot zo’n drie meter. Het indrukwekkende aan deze plant is dat hij zelfs kan bloeien in slechte omstandigheden en tegen zowel hele hoge als hele lage temperaturen bestand is.
Voordat de plant zijn zaadjes krijgt, moet hij eerst bloeien. Dat zorgt vaak voor enorm kleurrijke landschappen, aangezien het zowel rood, geel, groen, paars, wit en zwart kan worden. De blaadjes die aan de plant hangen, zijn overigens ook eetbaar en lekker in een salade. Wanneer alle groene blaadjes van de plant zijn afgevallen, kan het geteeld worden.
Belgische quinoa
Sinds enkele jaren is het ook steeds vaker voorkomend dat Belgische boeren zich wagen aan de teelt van het Zuid-Amerikaans gewas. Het gewas werd in de loop der jaren zo gekruist dat zelfs ons klimaat lekkere quinoa kan kweken. Het wordt in België zonder chemische pesticide geteeld, zelfs door niet-biologische telers. Dat komt simpelweg omdat die voor deze teelt nog niet vergund zijn.
Het positieve aan de groeiende populariteit van quinoa? De producenten in Bolivia en Peru kunnen hun aankoopprijs verhogen en zo dus ook zorgen voor een betere welvaart bij de boeren. Een win-winsituatie, dus!