Rosé wijnen zijn de onderschatte buitenbeentjes in de wijnwereld. Je vindt ze in alle mogelijke kleuren en smaken, maar ook in verschillende kwaliteiten. Desondanks verdienen ze vast en zeker een plaatsje in ons food-pairing gamma, zeker ook bij het mooiere zomerweer. We frissen je kennis graag op, zodat je met kennis van zaken de rosé kan kiezen die het beste bij jouw plannen en gerechten past.
Rosé wijn, of kortweg rosé, is wijn die wordt gemaakt van blauwe druiven, soms in combinatie met witte druiven. De wijn krijgt deze kleur doordat de schillen van de blauwe druiven minder lang bij het sap blijven dan bij de bereiding van rode wijn. Hoe langer de schillen en het sap contact hebben des te donkerder wordt de kleur en des te krachtiger de smaak van de rosé. Ook de fermentatietijd is korter. Dit alles zorgt voor een lichter gekleurde wijn met een fruitig karakter, typisch is voor rosé wijnen. Gewoon witte wijn mengen met rode is niet toegestaan behalve voor sommige rosé Champagnes.
Wist je dat er verschillende manieren zijn om rosé te maken? Wij lijsten de belangrijkste voor je op:
Korte inweking of ‘saignée’
De most van de blauwe druiven (most is ongegist druivensap met de schillen en pitten etc er nog in) gaat hierbij in de gistkuip. Het sap heeft nu kort contact gehad met de schillen waardoor het al enige kleur (en aroma’s) heeft opgenomen. Voor de gisting begint, laat men een deel van het roze gekleurde druivensap uit de gistkuip lopen. Het resterende druivensap bevat meer schillen waardoor men er een meer geconcentreerde rode wijn kan maken. Van het weggelopen roze sap maakt men vervolgens rosé. Die zijn soepel, fris en fruitig en te vinden in bijvoorbeeld de Franse wijnstreken Provence en Tavel.
Vul je e-mailadres in, je hoeft geen abonnee te zijn.
Binnen 1 minuut geregeld!