Het startschot voor het mosselseizoen is gegeven, dus kunnen we weer bij heel wat restaurants aan tafel schuiven voor een dampende pot schelpen en de bijhorende portie frietjes en mosselsaus. Al kan je natuurlijk ook zelf de handen uit de mouwen steken en een smakelijke portie mosselen op tafel toveren. Voor je echter aan het koken kan slaan, moeten de mosselen eerst wel schoongemaakt worden. Hoe je dat het best doet, leggen wij je uit in enkele simpele stappen!
Goed begonnen is half gewonnen
De bereiding van een lekker mosselpotje begint bij het schoonmaken van de schelpen. Tegenwoordig worden mosselen gekweekt in speciale zeeboerderijen, waar ze reeds grotendeels gezuiverd worden van al het zand en gruis uit de zee. Toch is het aangeraden om ook deze mosselen vooraf nog even te kuisen. Dit garandeert dat je straks geen zandkorrels tussen je kiezen proeft. Dompel de mosselen dus even onder in water of schrob ze schoon onder een stromende kraan.
Ook controleer je best of elke mossel wel gezond is. Dit kan je nagaan aan de hand van de schelp. Als je deze makkelijk kan opentrekken, is de mossel niet langer vers. Je kan reeds openstaande exemplaren wel de kans geven zichzelf te sluiten door ze even in koud water te laten weken of op de schelp te tikken. Kapotte of gebarsten mosselen gooi je best meteen weg.
Tenslotte verwijder je ook best de harig uitziende sliertjes aan de mossel, die we de mosselbaard noemen. Want al zijn deze wel eetbaar, erg lekker zijn ze niet. De baard kan je makkelijk van de mossel snijden of lostrekken. Nu zijn je mosselen helemaal klaar om gekookt te worden. Aan de slag!