Zeef de bloem boven een kom en meng het zout erdoor. Maak een kuiltje in de bloem en breek hierin de eieren. Klop ze los met een vork en kneed ze met je handen door de bloem tot een samenhangend deeg ontstaat. Vorm een bal van het deeg, pak hem in plasticfolie in en laat het deeg 1 u rusten in de koelkast.
Laat de krab uitlekken. Meng de ricotta, citroenzeste en chilivlokken, breng op smaak met peper en versgemalen zwarte peper.
Draai het deeg door de pastamachine tot het mooi dun is. Steek rondjes van 10 cm doorsnee uit het deeg (dit gaat het makkelijkst met een raviolivorm of een bakring). Schep in het midden van elk rondje een bergje krabmengsel. Maak de randjes van het deeg nat, leg er een tweede pastarondje op en druk de randen goed aan.
Breng een ruime pan water met zout aan de kook en kook de ravioli 3 min. Als de pastacirkels komen bovendrijven, zijn ze gaat. Giet af, maar bewaar een beetje kookvocht.
Verhit in een grote steelpan de roomboter op laag vuur. Voeg 4 el pastakookvocht toe wanneer de boter schuimt. Voeg de kappertjes, de zeste en het sap van de citroen toe en roer door. Warm de ravioli nog kort mee op met de saus voordat je het gerecht opdient. Lekker met gegrilde groene asperges.