Geraardsbergen en Lierde mogen met trots de mattentaart hun traditioneel streekproduct noemen. In 2007 gaf de Europese Unie de mattentaart zelfs een geografisch beschermde status. De kans dat je je tanden ooit al eens in het bekende taartje zette, is groot, maar waar ligt de oorsprong van deze taart en wat zijn die zogenaamde matten nu eigenlijk?
Matten, suiker, eieren, amandelen en bladerdeeg. Meer ingrediënten zijn er voor een mattentaart niet nodig. Maar vergis je niet, de traditionele bereiding van ambachtelijke matten is arbeidsintensief en tijdrovend. Slechts acht mattenboeren in de regio van Geraardsbergen en Lierde houden zich er vandaag de dag nog mee bezig. Ze verkopen soms tot 1000 kg matten per week en houden het culinair erfgoed van de streek in ere.
Wrongel
Maar wat zijn die matten nu eigenlijk? Mat is het vet of de kaas die je uit de melk haalt, ook wel wrongel genoemd. Dat verkrijg je door melk te verhitten en te doen stremmen door toevoeging van een zuur, zoals in dit geval koude karnemelk. Zo wordt de wrongel gescheiden van de losse stof of de melkwei: dat zijn de matten. Doordat mat maar twee ingrediënten bevat, is de kwaliteit van de melk cruciaal om een kwaliteitsvolle taart te kunnen bakken.
Streekproduct
Gedurende een lange tijd was de mattentaart een taart die thuis werd gebakken door 'huisvrouwen', maar na de Tweede Wereldoorlog werd dit steeds minder gedaan. De eerste bakkerij waar ze zelf mattentaarten bakten, was in Geraardsbergen. Vanaf toen bakten meer en meer bakkers de taart in grote hoeveelheden en klanten vonden hun weg er eenvoudig naartoe. De stad speelde in op de populariteit van het taartje en begon het steeds meer te promoten als streekproduct van Geraardsbergen. In 1979 riepen leden van de bakkersbond het 'Broederschap van de Geraardsbergen mattentaart' in het leven. Vandaag de dag bestaan zij nog altijd en promoten ze het taartje als culinair streekproduct. Zo organiseren ze jaarlijks op de voorlaatste zondag van april de dag van de mattentaart.
Bereiding
De ideale verhouding voor een mattentaart is 3 l melk met 1,5 l karnemelk koken. Als je het stremmen wil versnellen, kan je een scheutje azijn toevoegen. Nadien laat je de melk afkoelen en een nachtje uitlekken in een kaasdoek in een zeef boven een kom. Wat je de dag nadien overhoudt in je doek, zijn de matten.
Vele bakkers verkopen mattentaarten, maar je kan natuurlijk ook zelf aan de slag. Een mattentaart bereiden, vergt wat tijd en moeite, maar is zeker en vast de moeite waard. Met dit recept kan je er vol goede moed aan beginnen. Smakelijk!
Geraardsbergse mattentaart
Ingrediënten (10 stuks)
500 g bladerdeeg
6 eieren + 1 om te doreren
350 g griessuiker
25 g vanillepuddingpoeder
3,5 l volle melk
1,75 l karnmelk
Snufje zout
Amandelaxtract (optioneel)
Bereiding
Verwarm de oven voor op 225 °C.
Breng de volle melk aan de kook en doe er de karnemelk bij zodra de melk even heeft doorgekookt. Blijf voortdurend roeren. Laat minstens 20 min koken tot de melk volledig gestremd is. Giet vervolgens door een kaas-of neteldoek en laat een nacht uitlekken in een vergiet boven een kom zodat je drogen matten bekomt.
De dag nadien doe je de korrelige wrongel door een fijne zeef. Splits vervolgens de eieren en meng de wrongel met met en houten spatel met de eierdooiers, suiker en puddingpoeder. Voeg een beetje amandelextract toe. Klop de eiwitten stijf en spatel onder het mengsel met de wrongel.
Steek ronde vormen uit het bladerdeeg en bekleed de taartvormen. Zorg dat het deeg iets over de rand gaat. Prik wat gaatjes in het deeg met een vork.
Vul de vormen voor 3/4e met de kaasvulling en dek af met een nieuwe laag bladerdeeg. Druk de randen goed aan en haal overtollig bladerdeeg weg. Maak een klein gaatje in het midden zodat er damp kan ontsnappen.
Bestrijk tot slot de taartjes met wat losgeklopte eierdooier en bak 25 min op 225 °C.