Pasta koken lijkt kinderspel. Je brengt wat water aan de kook, gooit je favoriete pastasoort erin en giet alles enkele minuten later af. Klaar is je favoriete comfortfood. Maar is het echt zo simpel? Wij gingen op zoek naar wat mensen zoal verkeerd doen bij het maken van spaghetti, penne en liguine. Misschien maak jij ook wel een van deze meest gemaakte fouten bij het koken van pasta.
Hoewel er ontzettend veel verschillende pastasoorten bestaan, is de methode om ze klaar te maken heel straight forward. Of je nu fusilli, farfalle of tagliatelle wil koken, je begint steeds met een pot kokend water. Onmogelijk om hierbij de mist in te gaan? Wij lijsten hier vijf van de meest gemaakte fouten op bij het koken van pasta zodat jij die ook kan verbannen uit je keuken.
Olijfolie in het water doen
Een dikke scheut olijfolie in het pastawater zorgt er helemaal niet voor dat de slierten minder aan elkaar plakken. De olie drijft gewoon aan het oppervlak van je water en de pasta neemt er niets van op. Het is dus enkel zonde van je olijfolie.
Niet genoeg zout toevoegen
Je hoeft absoluut niet zuinig te zijn wanneer je zout toevoegt aan je pastawater. Door het water te zouten voor je de pasta erin doet, krijg je een lekkerder eindresultaat. De regel zegt dat het water naar de zee moet smaken. Je mag dus behoorlijk wat zout toevoegen.
Pasta afspoelen
Sommige mensen spoelen pasta met koud water, nadat ze die hebben afgegoten. Zonde, want het pastawater met haar zetmeel zorgt juist voor betere binding met je saus achteraf. Daarnaast gaat pasta ook harder aan elkaar kleven als je het afspoelt met water na het koken.
Een te kleine pot gebruiken
Ook tijdens het koken kan pasta aan elkaar vastklitten. Dat komt dan meestal omdat de pot die je gebruikt niet groot genoeg is. Houd er rekening mee dat pasta tijdens het koken nog zwelt en dus meer plaats nodig heeft dan in ongekookte staat. Geef je pasta wat bewegingsruimte en kies dus altijd voor een zo groot mogelijke pot.
Pasta breken
Dit is geen grote fout, maar wel onnodig. Wanneer je kiest voor spaghetti, cappelini of linguine, kies je in de eerste plaats al voor lange slierten. Door die te breken, verander je ook de eigenschappen van de pastasoort. Zet de slierten gewoon in het water en duw ze volledig onder wanneer de onderkant al wat zacht is geworden, zo hoef je ze helemaal niet te breken.