Peulvruchten worden steeds populairder door het stijgende aantal vegetariërs en veganisten. Toch eten we er nog te weinig van. Dat is zonde want er zijn tal van redenen waarom je vaker peulvruchten op je bord zou moeten leggen. Wij geven je alvast vier redenen.
Wat behoort nu precies tot de groep van peulvruchten?
- Verse peulvruchten zoals tuinbonen, doperwten, kousenband en sperziebonen.
- Gedroogde of peulvruchten in bokaal of blik zoals kapucijnen, linzen, witte en bruine bonen of limabonen.
- Kiemgroente zoals alfalfa, kikkererwten en taugé.
- Sojaproducten zoals miso, tempé en tofu.
- Pinda’s maar door de gelijkenis in voedingssamenstelling vallen ze daardoor onder de noten.
Ze zijn gezond
Peulvruchten zijn gezond en rijk aan B-vitamines, ijzer, fosfor, molybdeen en calcium. Daarbij verlagen ze het LDL-cholesterolgehalte in je bloed. Een te hoog LDL-cholesterolgehalte verhoogt het risico op een hartinfarct en beroerte.
Ze zijn ideaal als vleesvervanger
Vegetariërs en veganisten hebben al langer een weg gevonden naar gezonde peulvruchten. Ze zijn niet alleen een prima alternatief voor vlees, maar door hun structuur kan je er in de keuken ook alle kanten mee op. Maak er bijvoorbeeld een heerlijke, vullende soep van of burgers.
Ze zijn goed voor mensen die af willen vallen
Peulvruchten zijn rijk aan eiwitten en voedingsvezels. Dit is gunstig als je af wil vallen want ze zorgen ervoor dat je langer een verzadigd gevoel hebt. Je krijgt na een goede portie peulvruchten dus minder snel honger.
Ze zijn duurzaam
De productie van peulvruchten is milieuvriendelijker ten opzichte van de productie van bijvoorbeeld zuivel en vlees. Voor een kilogram peulvruchten heb je ongeveer 50 liter water nodig. Voor een kilogram kip heb je iets meer dan 4000 liter water nodig en voor een kilogram rundvlees 13000 liter water. Do the math!