Karbonade bakken kan iedereen. Toch zijn er een aantal dingen waar je op moet letten. Geef karbonades het respect dat ze verdienen door deze veelgemaakte fouten te vermijden.
Het juiste vlees
Wil je een lekkere karbonade? Investeer dan ook in kwaliteitsvol vlees. Je kunt de beste hobbykok zijn, maar er gaat niets boven kwaliteit. Je proeft het meteen (en je gasten ook). Ga langs de slager of een goede traiteur, zoals bijvoorbeeld Butcher’s Store van Luc De Laet, en vraag naar de oorsprong van het vlees. Zorg voor het dier en de omstandigheden waarin het leefde zijn belangrijke aandachtspunten.
Haal je vlees van tevoren uit de koelkast
Niemand is fan van plotselinge temperatuurwisselingen, ook je karbonade niet. Wil je genieten van écht lekker vlees? Dan laat je het best eerst op kamertemperatuur komen vooraleer je het gaat bakken.
Behandel je karbonade als een goed biefstuk
Zoveel mensen koken hun karbonades te gaar, wees niet een van hen! Dat bruine korstje krijg je het beste met een hoge temperatuur in het begin. Veel mensen hebben de neiging om hun karbonades té gaar te maken. Wees zeker niet preuts van roze in je vlees, ook niet met varkensvlees. Gril op hoog vuur, en verplaats de karbonades dan naar middelhoog vuur met de botkant naar de vlam.
Niet te veel vlees in één pan
Vlees moet heet aangebraden worden. Als je te veel vlees in één keer in de pan doet, koelt het vet te veel af en kan het vlees niet meer dichtschroeien.
Durf sauzen toe te voegen
Varkensvlees is zo'n veelzijdig product dat je er bijna alles mee kunt combineren. Voor karbonades brengt een eenvoudige varkensjus echt de smaak van varkensvlees naar voren. Voeg een scheutje appelcider toe voor een heerlijke appeljus of een vleugje Dijon voor een mosterdjus. Wortelgroenten zoals pastinaak, wortelen en koolraap passen prachtig bij varkenskoteletten en brengen de zoetheid in het vlees naar voren.