Verwarm de oven voor op 175°C.
Maak het deeg. Rasp de schil van de citroen. Snijd de boter in stukken. Meng de boter met de handen of in de keukenmachine samen met de suiker. Kneed er dan het ei door, voeg de gezeegde bloem, 1 tl citroenzeste, een snufje zout en de tijmblaadjes toe. Meng kort met de handen tot een samenhangend deeg, maar kneed niet te lang, want dan krijg je een taai deeg. Wikkel het deeg in folie en ze minstens 30 minuten in de koelkast.
Hak voor de frangipane de walnoten in een blender of keukenmachine heel fijn. Meng de walnoten met de boter, eieren en suiker tot een egaal beslag.
Snijd de peren in partjes en besprenkel met citroensap.
Haal het deeg uit de koelkast. Besprenkel je werkblad met bloem en rol het deeg uit tot het ongeveer 5 mm dik is. Wrijf je bakvorm in met boter, bestrooit met bloem en leg hier het deeg in. Duw het deeg zachtjes tegen de randen en beleg met de walnotenfrangipane.
Verdeel de partjes peer over de taart en duw ze lichtjes in de frangipane. Zet de taart in een tot 175°C voorverwarmde oven gedurende 35-40 minuten.
Haal de taart uit de oven en laat afkoelen in de bakvorm.
Doe voor de karamel de suiker in een pannetje met 2 eetlepels water en laat zonder roeren karamelliseren. Als de suiker goudbruin is, blus je onmiddellijk met de notenlikeur; roer tot de karamel weer vloeibaar is en laat nog 1 minuut koken. Wrijf met een kwastjes de peertjes in met de karamel.
Serveer lauw of koud.
