Los het zout op in het bier en doe er de venkel, koriander en citroenmelisse bij. Was de forellen en leg ze een nacht in de koelkast in deze pekel.
Steek de barbecue aan met het sinaasappelhout. Leg de aardappelen in het vuur als de houtskool grijs is. Laat ze 30 min garen en controleer de gaarheid met een vork.
Pel de aardappelen en snijd ze in twee. Snijd de boontjes in stukjes. Maak de zuring schoon en snijd hem fijn. Meng de aardappelen met de boontjes, de zuring, de zure room, de witte wijn, het citroensap (naar smaak) en de bladpeterselie.
Haal de forellen uit de pekel en dep ze droog. Breng de temperatuur van de barbecue naar maximaal 100° C en strooi 200 gram rookschaafsel op de houtskool. Leg de forellen op een rooster, sluit de barbecue en laat de vis 1 uur roken. Fileer de vis en serveer met de opperdoezersalade.