Verwarm de oven voor op 200° C.
Prik het kruimeldeg in met een vork en rol het uit in een taartvorm.
Leg een vel bakpapier op het deeg en vul op met bakparels. Bak het deeg blind 8 min. Verwijder vervolgens de bakbonen en het bakpapier, bak het deeg nog 3 min verder en neem de taartbodem uit de oven. Laat voldoende afkoelen.
Verlaag de oventemperatuur naar 180° C.
Meng in een maatbeker de ricotta, het ei en de mosterd. Kruid met peper en zout en doe het mengsel op de bodem van de taartbodem.
Verhit wat olijfolie in een pan en bak de witloofstronkjes aan, voeg een scheut water toe en dek af met een deksel. Laat de stronkjes zo ongeveer 10 min garen. Als al het water verdampt is, kun je nog een scheutje extra toevoegen.
Snijd de gedroogde abrikozen in kleine blokjes en doe die samen met het gebakken witloof in de taartvorm boven op het ricottamengsel.
Bak de taart 15 min op 180° C. Serveer warm.