Vetstof is onmisbaar in de keuken. De basis van vrijwel iedere warme bereiding is een klontje boter of een scheutje olie. In de meeste recepten staat aangegeven welke van de twee je best gebruikt voor het gerecht dat je bereidt, maar op basis waarvan wordt dat eigenlijk gekozen? Welke vetstof kies je best voor welke bereiding? Waar moet je rekening mee houden op het moment dat je een van de twee uit de (koel)kast haalt?
Of het nu om vlees, vis of groenten gaat; je start voor vrijwel iedere warme bereiding met een klontje boter of een scheutje olie. Maar welke van die twee soorten vetstof gebruik je eigenlijk best voor welk gerecht? Wij zochten het voor je uit!
Afhankelijk van de temperatuur
Het grootste verschil tussen boter en olie, is dat allicht die tweede vetstof een stuk meer hitte kan verdragen dan de eerste. Terwijl boter maar een maximumtemperatuur van 80 °C heeft, kunnen sommige soorten olie verhit worden tot op 200 °C. Eén van de bekendste voorbeelden van zo’n variant is arachideolie. Die wordt enerzijds natuurlijk gebruikt om te frituren, maar anderzijds is het ook de vetstof bij uitstek als je gaat wokken of roerbakken. Bij gerechten die hoge temperaturen bereiken tijdens het bereiden, dien je dus vrijwel altijd olie te gebruiken.
Smaakmaker
Als je pan te heet wordt kan boter al snel aanbranden, maar lang niet iedere bereiding bereikt zo’n hoge temperaturen. In dat geval is het dus eender of je voor olie of boter kiest. Toch gaat voor veel culinaire liefhebbers de voorkeur dan naar de tweede variant. Bakken in boter geeft je stuk vlees of vis namelijk een lekker krokant korstje en zorgt zo voor een extra lekker resultaat. Boter verbindt bovendien alle smaken in een gerecht en tilt het zo naar een hoger niveau. Een extra voordeel is ten slotte nog dat bakken met boter voor een stuk minder spetters zorgt dan met olie. Geen onbelangrijk detail!