Op 11 november vieren we in verschillende delen van België en Nederland Sint-Maarten, een feest rijk aan tradities, van het delen van mantels tot het zingen voor snoep. Maar hoe is deze viering ontstaan en wat symboliseren de lampionnen en mandarijnen echt?
Elk jaar op 11 november staan we stil bij het leven van Sint Martinus van Tours, beter bekend als Sint-Maarten. Deze 4e-eeuwse heilige is vooral bekend om zijn legendarische daad waarbij hij zijn mantel deelde met een bedelaar. Deze daad van goedheid is de basis geworden voor het jaarlijkse feest dat zijn naam draagt.
Traditioneel vieren kinderen dit feest door met lampionnen langs de deuren te gaan, een gebruik dat voortkomt uit oude fakkeltochten ter ere van Sint-Maarten. Deze lichttochten symboliseerden warmte en goedheid tijdens de donkere wintertijden. Tegenwoordig zingen kinderen liedjes in ruil voor snoep of fruit, een traditie die het delen benadrukt, net zoals Sint-Maarten ooit zijn mantel deelde.
De keuze voor mandarijnen als traktatie tijdens Sint-Maarten is ook een echo uit het verleden. In tijden waarin snoep nog niet gangbaar was, werd fruit gezien als een speciale traktatie. De timing van Sint-Maarten valt samen met het seizoen van de mandarijnen, wat deze vrucht tot een logische keuze maakte.
Een minder bekende traditie is het eten van gans op deze dag, een gebruik dat vooral in Duitsland en Oostenrijk populair is. Deze traditie stamt mogelijk af van een legende waarin Martinus zich tussen de ganzen verstopte om te voorkomen dat hij tot bisschop werd benoemd, maar verraden werd door hun gesnater.
Hoewel Sint-Maarten in verschillende landen en regio's wordt gevierd, varieert de intensiteit van de viering. In sommige Nederlandse streken en Belgische dorpen is het een uitbundig feest, terwijl het in andere plaatsen minder opvalt.
Met een rijke geschiedenis en tal van regionale verschillen blijft Sint-Maarten een fascinerend feest. Hoe vier jij dit jaar Sint-Maarten en welke tradities houd jij in ere?