Begin met de verse tartaarsaus. Snijd de hardgekookte eitjes fijn. Snijd de augurk, de sjalot en alle kruiden fijn. Meng nu alle ingrediënten samen. Voeg de kappertjes en mayonaise toe. Kruid af naar smaak met peper en zout. Leg opzij in de koelkast.
Fruit de geperste knoflook zachtejs in een beetje olijfolie. Na een paar minuten - wanneer de knoflook lekker begint te ruiken - voeg je de citroenrasp, tijm en basilicum toe. Voeg na 2 à 3 minuten ook het paneermeel toe. Schep alles goed door elkaar en laat al roerend goed doorwarmen. Schep het geheel op een bord en laat het afkoelen. Voeg vervolgens na een paar min de Parmezaanse kaas toe. Kruid af met zout en peper naar smaak.
Schenk het losgeklopte ei op een ander bord en zet de twee borden naast elkaar. Spoel de kabeljauwfilets af met koud water en dep ze goed droog. Haal de kabeljauwfilets een voor een door het ei en vervolgens door het paneermeel. Doe dit met beide stukken vis twee keer.
Leg de kabeljauwfilets in de pan wanneer de roomboter begint te sissen. Bak ze goudbruin. Serveer tussen een volkorenbroodje met sla, tomaten, komkommer en verse tartaarsaus.