Smelt de honing, kristalsuiker en boter in een steelpan op middelhoog vuur. Roer regelmatig met een houten lepel tot alles gesmolten en goed gemengd is. Haal de pan van het vuur.
Klop de eieren één voor één los met een garde en voeg ze al kloppend toe aan het warme mengsel. Voeg het bakpoeder en een snufje zout toe. Zeef de bloem samen met het cacaopoeder en voeg dit geleidelijk toe. Roer tot een stevig, samenhangend deeg ontstaat.
Verdeel het deeg in 6 tot 8 gelijke porties. Wikkel elk stuk in plasticfolie en laat 30 min rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180 °C. Rol elk stuk deeg dun uit tot een rechthoek van ongeveer 30 × 20 cm. Leg de plakken op een met bakpapier beklede bakplaat en bak elke laag 5 tot 6 min. Snijd de randen recht af zodat alle lagen dezelfde afmetingen hebben.
Verwarm intussen de slagroom tot net tegen de kook aan. Hak de chocolade fijn en doe deze in een hittebestendige kom. Giet de hete slagroom over de chocolade. Laat 1 min staan en roer dan tot een gladde ganache.
Klop in een andere kom de mascarpone, de poedersuiker en het vanille-extract luchtig. Spatel de afgekoelde ganache erdoor. Laat de crème 10 tot 15 min opstijven in de koelkast.
Leg een eerste cakelaag op een schaal of snijplank. Bestrijk met een laag chocoladecrème. Herhaal dit tot alle lagen zijn gestapeld. Bedek ook de bovenkant en zijkanten met de resterende crème.
Verdeel de verse frambozen over de bovenkant van de cake. Verwarm twee eetlepels honing kort in de magnetron. Gebruik een theelepel om subtiele honingdruppels op het bord en rondom de cake aan te brengen als afwerking.