Meng in een grote ondiepe kom het water, de olie en de gist samen en voeg daarna ongeveer 9 g zout toe. Roer nogmaals en voeg dan de bloem toe. Meng alles samen tot een los deeg en kneed het vervolgens verder met de hand, gedurende 3 min, tot het zacht en elastisch is. Voeg eventueel wat meer bloem toe als het deeg te plakkerig aanvoelt. Dek de kom af met een vochtige doek en laat 30 minuten rusten op kamertemperatuur terwijl je de vulling maakt.
Schil de aardappelen en snijd ze in blokjes van 1 cm. Kook de aardappelen in een grote pan met kokend water gedurende 15 minuten of tot de aardappelen volledig gaar zijn. Giet ze af en voeg er de gehakte bosui, korianderpoeder, groene chili, verse koriander, zout, kurkuma en zwarte peper aan toe. Gebruik een vork of aardappelstamper om alles samen te pletten.
Verdeel het deeg in 8 stukken en maak er balletjes van. Bestuif ze met bloem.
Strooi wat bloem op je werkvlak en rol elk balletje met een deegroller uit tot een dunne cirkel met een diameter van ongeveer 20 cm en de dikte van een tortillavel. Let wel op dat het deeg niet te makkelijk kan scheuren. Zorg dat het deeg niet aan de tafel plakt alvorens je begint met opvullen.
Verdeel een beetje van de aardappelvulling over de helft van het deeg. Zorg ervoor dat er een rand van 1 cm overblijft. Bevochtig de rand met wat water (enkel de helft met de vuling) en vouw het deeg dubbel, over de vulling.
Druk met je vingers alle luchtbellen uit de bolani, beginnend vanaf de gevouwen kant tot aan de rand. Knijp met je vingers in de randen om de bolani volledig af te sluiten.
Voeg 1 tl olie toe aan een grote pan op middelhoog vuur. Leg de bolani pas in de pan wanneer de olie heet is. Laat 2-3 minuten bakken of tot de bodem goudbruin is. Vrijf de bolani ondertussen nog in met wat olie over. Als de bodem goudbruin is, draai je hem om en laat je de andere kant goudbruin bakken. Laat de bolani op een rek afkoelen en snijd hem in 3 gelijke stukken.