Snijd het rundvlees en runderlever in blokjes van 1 1/2 cm. Kruid ze vervolgens met peper en zout en roer er 2 el limoensap door. Laat 15 minuten intrekken.
Rooster de zwarte peperkorrels enkele minuten in een droge koekenpan en maal ze in de vijzel fijn. Snijd de knoflook en de sjalotten in dunne plakjes en de rawits in fijne ringen. Voeg deze ingrediënten toe in de vijzel en voeg hier de trassi en 1 tl zout aan toe. Maal tot een fijne boemboe (fijne kruidenpasta).
Rooster in dezelfde droge koekenpan de geraspte kokos goudbruin. Roer de kokos met 3 el boemboe in twee porties. Meng het rundvlees en de lever met een van de porties en marineer minimaal 4, maar liefst 8 uur in de koelkast.
Maal intussen in de vijzel de vliespinda's fijn. Verhit wat olie in een wok op middelhoog vuur en fruit er de andere portie boemboe ongeveer 5 minuten in. Voeg de vliespinda's palmsuiker, kokosmelk, 300 ml water en 1/2 tl zout toe en breng het geheel aan de kook. Voeg de ketjap manis en het overige limoensap toe, zet het vuur laag en kook de saus nog 15 min.
Neem het vlees en de lever uit de marinade en rijg het afwisselend aan de satéstokjes. Verhit een ingevette grillpan op middelhoog vuur en gril de saté in porties in 34 minuten rondom gaar. Besmeer de saté tussentijds eventueel met nog wat van de marinade, maar let op dat ze niet verbranden. Snijd de citroen in schijfjes en serveer met de schijfjes.