Breng een grote pan met water aan de kook en voeg 2 handen zout toe (ongeveer 145 g). Het water moet echt behoorlijk zout zijn, want dit zoute water is het enige zout waarmee de bonen in aanraking komen.
Terwijl het water bijna kookt, vul je een kom met ijsblokjes en zoveel water dat de bonen straks onder komen te staan. Zet de kom in de buurt van de pan.
Laat de bonen in het kokende water vallen en kook ze in 3 tot 5 min beetgaar; als je sperziebonen kookt, wordt het groen nog feller. Als je het lekker vindt als ze nog bite hebben, kook je ze 3 tot 4 min. Neem de bonen met een tang of schuimspaan uit de pan en dompel ze in het ijswater; laat ze 10 sec chillen, zodat het garen stopt en de bonen niet tot pap koken.
Giet de bonen af en laat ze uitlekken op een schone theedoek. De bonen moeten zo droog mogelijk zijn, omdat de saus anders te dun wordt.
Klop in een kommetje de tahin, citroenrasp, het citroensap, de miso, olijfolie, honing, gember, sesamolie en 2 el van het zoute kookwater door elkaar. Als de saus erg dik en stijf is, roer je er nog een lepel zout kookwater door. Proef of het nodig is extra zout toe te voegen; misschien is een snufje voldoende.
Schep wat saus op een bord. Leg de bonen in de saus en lepel er nog meer saus over. Garneer met de koriander en strooi er tot slot wat peper over.