Maak inkepingen in de vetkant van de filets zodat de kruiden er goed in kunnen trekken en het vet later goed uitbakt. Meng voor de droge marinade het gemberpoeder, het steranijspoeder en de nootmuskaat en voeg wat zout en peper toe. Wrijf de filets hiermee in. Wikkel ze strak in vershoudfolie en laat de smaken minimaal 2 u intrekken in de koelkast. Meng het limoensap met de honing en roer de sesamolie en de limoenrasp erdoor. Schaaf de wortelen in lange dunne plakken en meng ze met de krenten en de vinaigrette. Proef en breng op smaak met peper en zout.
Verwarm de oven voor op 140 °C. Bak de filets in een koekenpan enkele min op de vetkant. Als er veel vet vrijkomt, schenk je dit uit de pan zodat de filets mooi krokant bakken. Bak vervolgens kort op de andere kant en zet de pan 5 min in de oven. Laat de filets even rusten en snijd ze vervolgens in dunne plakken. Vang het sap dat eruit komt op en meng dit door de wortelsalade. Verdeel de plakjes filet over 4 borden en leg er een bergje wortelsalade bij.