nijd de rabarber in stukjes van 10 cm. Doe ze met de granaatappelpitjes in een pan en strooi de kristalsuiker erover. Voeg 300 ml water, het rozenwater en 2 vanillestokjes toe. Zet de pan op het vuur en laat de inhoud zachtjes pruttelen tot de rabarber net zacht is. Neem de pan van het vuur en laat de inhoud afkoelen.
Verwarm de oven voor op 120 °C. Bekleed twee bakplaten met bakpapier.
Maak nu de meringue. Klop met de mixer de eiwitten met een snufje zout voor zo’n 3 tot 4 minuten tot ze zachte pieken vormen. Voeg terwijl de mixer draait geleidelijk de fijne kristalsuiker toe en blijf nog 2 tot 3 minuten kloppen tot het mengsel dik en glanzend is.
Zeef de poedersuiker en de maïzena erbij en spatel alles voorzichtig door elkaar. Strooi de gedroogde rozenblaadjes en de szechuanpeper erover en spatel ze er rustig door. Schep hoopjes eiwit met een doorsnee van 8 cm op de bakplaten.
Bak de meringues 45 tot 50 minuten tot je ze gemakkelijk van de bakplaat kunt pakken en de meringue knapperig maar niet verkleurd is. Zet de oven uit en laat de meringues in de oven volledig afkoelen.
Klop de double cream, de crème fraîche en de poedersuiker in een grote kom door elkaar tot het mengsel opgestijfd maar nog steeds zacht is. Snijd de resterende vanillestokjes open en schraap het merg eruit. Voeg dat aan de room toe.
Schep de helft van de rabarber in de grote schaal of verdeel het over de 6 potjes. Schep daar de helft van de room op en verkruimel de helft van de meringues erover. Herhaal met de overige ingrediënten en garneer met de rozenblaadjes.