Meng de gist met het lauwwarme water. Laat het ongeveer 5 min staan om de gist te laten borrelen en activeren.
Doe de bloem in een grote kom, maak een kuiltje in het midden en schenk het gistwater er langzaam in. Voeg het zout en de olijfolie toe en meng alles voorzichtig met je handen tot zich een samenhangend deeg vormt. Kneed dat ongeveer 5 min tot het deeg niet langer aan je handen plakt en glad, zacht en elastisch is.
Dek het deeg af met een vochtige theedoek en laat het ongeveer 1 u op kamertemperatuur rusten. Het moet in volume verdubbelen.
Bestrijk de paprika's, aubergines en gepelde rode ui met een beetje van de olijfolie en leg ze op een licht met olie ingevette bakplaat. Zet ze ongeveer 30 min in een tot 220 °C voorverhitte oven; draai ze een keer om, zodat ze gelijkmatig gaar worden.
Haal de groenten uit de oven. Verlaag de oventemperatuur naar 180 °C.
Ontvel de paprika’s en verwijder de zaadjes en zaadlijsten. Ontvel de aubergines. Haal de geblakerde buitenste rok van de uien. Snijd alle groenten in smalle plakjes, doe ze in een kom en meng ze met de rest van de olijfolie. Pel de knoflook en hak hem samen met de peterselie fijn. Zet dit opzij en maak de coques.
Bestuif het werkblad met bloem. Verdeel het deeg in 6 ballen en rol ze uit tot ovalen van ongeveer 30 cm lang en 1 cm dik.
Leg de cocabodems op een grote ingevette bakplaat en prik er met een vork overal gaatjes in. Sprenkel er een beetje olijfolie over en strooi er wat zeezout over.
Zet de cocabodems met twee tegelijk 20 min in de oven op 180 °C. Haal de bakplaat
eruit en versier de coques met rijen van de geroosterde groenten. Schik de ansjovis erop, strooi het peterselie-knoflookmengsel erover en tot slot de gedroogde oregano. Zet de bakplaat nog 10 min in de oven, tot de bodems knapperig zijn. Zet de coques heet op tafel.