Schil de flespompoen met een dunschiller. Snijd de pompoen doormidden en verwijder de zaden met een lepel. Snijd het vruchtvlees in kleine, gelijkmatige blokjes. Verwarm de oven voor op 200 °C. Meng de pompoenblokjes in een kom met een eetlepel olijfolie, een theelepel honing en breng op smaak met peper en zout. Verspreid de blokjes gelijkmatig over een met bakpapier beklede bakplaat. Rooster de pompoen 20 min in de oven.
Hak de sjalot fijn. Verhit een klontje boter in een steelpan op middelhoog vuur en fruit de sjalot. Voeg de rode wijn toe en laat het mengsel tot de helft inkoken. Voeg vervolgens de kippenbouillon en een theelepel honing toe en laat opnieuw inkoken. Zet de saus apart.
Schil de peren en snijd ze in partjes. Verwijder het klokhuis zorgvuldig. Verhit een klontje boter in een koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de perenpartjes toe en besprenkel ze met een eetlepel citroensap. Bak de peren gedurende 2 tot 3 min. Voeg een theelepel honing toe om de peren te karamelliseren. Zet apart.
Kerf de vetkant van de eendenborstfilets kruislings in met een scherp mes. Bestrooi de filets aan beide kanten met verse tijm, peper en zout. Verhit een droge koekenpan op middelhoog vuur. Leg de eendenborst met de vetkant naar beneden in de pan en bak gedurende 5 à 6 min. Draai de filets om en bak nog eens 3 à 4 min voor een medium-rare cuisson. Haal de filets uit de pan en dek ze losjes af met aluminiumfolie. Snijd de eendenborstfilets vervolgens in dunne plakjes.
Schik een portie geroosterde pompoen op elk bord. Leg de plakjes eendenborstfilet naast de pompoen. Voeg een partje gekaramelliseerde peer toe. Lepel de rode wijnsaus royaal over de eendenborst en pompoen. Garneer het gerecht met tuinkers voor een frisse toets.
