Kook 4 eieren voor 5 min in kokend water, neem ze uit de pan, laat ze schrikken in koud water en 5-10 min afkoelen voor je ze pelt.
Pel en snipper intussen 1 sjalot. Was 8 takjes peterselie en 1/2 bosje bieslook, schud ze droog, ris de blaadjes van de peterselie en hak ze fijn. Snijd de bieslook in ringetjes. Doe de sjalot, peterselie en bieslook met 200 g gekruid varkensgehakt in een kom. Snijd 250 g rauwe grove braadworstjes (of worstvlees) overlangs open, haal het vlees eruit en doe het bij het gehakt. Voeg 1 tl mosterd, 3 el worcestersaus (of sojasaus), zout en peper en nootmuskaat toe en meng alles goed.
Verdeel het gekruide vlees in vier gelijke porties en rol elke portie tussen twee stukken plasticfolie uit tot een plak van krap 1 cm dikte. Leg op elke plak een gepeld ei en vouw het vlees daar zorgvuldig omheen zodat er geen stukje ei meer te zien is en de laag vlees gelijkmatig en glad is.
Laat 1,2 l plantaardige frituurolie in een hoge pan heet worden (de olie is heet genoeg wanneer er belletjes uit opstijgen als je de steel van een houten lepel erin steekt). Klop intussen in een diep bord de overige 2 eieren met zout en peper los. Strooi 100 g broodkruim in een ander diep bord en de bloem in een derde bord. Wentel elk gekookte ei eerst door de bloem, dan door het losgeklopte ei en ten slotte door het broodkruim. Zorg ervoor dat de paneerlaag goed hecht.
Frituur de eieren met twee tegelijk in 4-5 minuten in de hete olie goudbruin en krokant. Keer ze regelmatig om met een schuimspaan. Schep ze uit de pan en laat ze uitlekken op keukenpapier. Eet de eieren warm of koud met mosterd en een frisse salade erbij.